2008

 

'Ik moest er over schrijven'

interview met schrijver A. F. Th. van der Heijden

Forget it, Jake. It's Chinatown. Met die woorden eindigt Roman Polanski's beklemmende neo-noir over incest en corruptie. Maar gastschrijver A.F.Th. van der Heijden keerde juist steeds opnieuw terug naar Chinatown – en naar andere cinematografische meesterwerken die na herhaaldelijk bekijken hun geheimen prijs begonnen te geven. "Het belangrijkste wat ik van goede films heb geleerd is montagetechniek."

 

U schrijft voor de werkcolleges zo'n twintig losse filmscènes, gebaseerd op een nog niet eerder gepubliceerd verhaal: 'Vijf jaar vermist'. Waarom net dat verhaal?

"Het heeft een vlijmscherpe plot, en het is niet moeilijk om er beelden bij te bedenken. 'Vijf jaar vermist' is een voorstudie van een korte roman die ik nog eens wil schrijven, helemaal los van De Tandeloze Tijd of Homo Duplex. Oorspronkelijk wilde ik er een toneelstuk van maken.
Op basis van die losse scènes kan een aantal studenten in maquettevorm decorstukken maken. Ik hoop dat ik een paar studenten zo gek krijg om scènes uit te werken in 3D-animaties. Ik heb op de TU Delft al een realistisch ogende 3D-simulatie van een dijkdoorbraak gezien, compleet met schaapjes op het droge die opeens omspoeld worden door water. De decorstukken en de 3D-filmpjes kunnen samen een preproductie van een niet-bestaande film vormen "

Waar gaat 'Vijf jaar vermist' over?

"Je hebt in Nederland een juridische clausule: als iemand zoek raakt, bijvoorbeeld op een vakantie, moet je hem na vijf jaar dood verklaren - als hij in die periode geen enkel teken van leven heeft gegeven. Daarom zie je soms die bizarre rouwadvertenties in de krant, met drie data: de geboortedatum, de datum van verdwijning en de datum van vijf jaar na die verdwijning.
Jaren geleden stuitte ik op zo'n advertentie. Het ging om een criminoloog van de Erasmus Universiteit die zich had ingezet voor de heropening van een moordzaak. Een moordzaak die merkwaardig genoeg een grote rol speelt in de roman die ik toen net aan het schrijven was: Het Hof van Barmhartigheid."

Over de vrouw die ten onrechte werd veroordeeld voor de moord op haar ouders?

"Ja. Die criminoloog was bezig aan een onderzoek dat haar onschuld kon bewijzen. Maar hij leed aan depressies. Tijdens een vakantie op Bali is hij het oerwoud ingelopen en nooit meer teruggevonden. De rouwadvertentie vormde de inspiratie voor mijn verhaal.
Het verhaal beslaat één dag. 's Ochtends staat in de Volkskrant een rouwadvertentie voor een violist die vijf jaar eerder op Haïti het oerwoud ingelopen is, na een ruzie met zijn tweelingbroer. Nu wordt hij officieel doodverklaard. Zijn weduwe zal nog dezelfde dag kunnen hertrouwen – met de tweelingbroer. Maar de doodverklaarde violist is nog in leven, zonder dat iemand in zijn familie te hebben verteld. Het is een verhaal over wraak."

Waarom is het geen theaterstuk geworden?

"Eens in de zoveel tijd haal ik het in mijn hoofd dat ik een toneelstuk moet schrijven. Uiteindelijk denk ik altijd: misschien is het toch mooier als romanidee. Bovendien: wat moet je in Nederland met een toneelstuk? Willem Jan Otten is een zeer getalenteerd toneelschrijver, maar ik benijd hem niet. Als je stuk een paar weken door een gesubsidieerd toneelgezelschap is gespeeld, weet je dat het daar hoogstwaarschijnlijk bij zal blijven. Je zult nooit de verrassing kennen dat het maandenlang op West End of Broadway wordt opgevoerd."

U schrijft geen volledig scenario voor de studenten?

"Nee. Je kunt nu eenmaal niet in zes werkcolleges van twee uur een complete film produceren. Maar ik wil niets op voorhand uitsluiten. Misschien blijkt het idee van een film wel levensvatbaar. Dan zeg ik na afloop tegen de studenten: bedankt voor jullie bijdragen, en wie met mij verder wil werken aan dit project is welkom.
In een scenario voor een speelfilm kun je natuurlijk veel meer doen met Haïti. Nou ben ik niet meteen van plan om per vliegtuig met twintig Delftse studenten naar Haïti te vliegen, in de hoop daar met een paar studenten in het oerwoud zoek te raken, om het spannend te houden, maar toch… We zullen zien."

Laten we het over een paar van uw favoriete films hebben. Over Chinatown geeft u in mei een lezing.

"Ik wil die film graag laten zien, omdat het verhaal van Chinatown aan de Hollywood-formule voor een succesvolle film lijkt te voldoen, maar daar in een aantal opzichten toch van afwijkt. De plot draait om een corruptieschandaal in het Los Angeles van de jaren dertig: er werden stiekem grote hoeveelheden water aan de bassins van het waterbedrijf onttrokken. Dat verhaal zit zo ingewikkeld in elkaar dat het box office poison lijkt.
Bovendien loopt Chinatown slecht af – als een Griekse tragedie. Zo stond het niet in het briljante scenario van Robert Towne. Maar Polanski vond dat de film zonder dat tragische einde betekenisloos zou zijn. Towne heeft zich daar min of meer bij neergelegd. Hij begreep waarom Polanski dit einde wilde. Beautiful blondes, daar loopt het niet goed mee af. Die sterven jong, zoals Sharon Tate."

Heeft u een favoriete scène in de film?

"De slotscène, met die elegante witte auto, en de twee blondines die niet alleen moeder en dochter zijn, maar ook zussen. Daar gebeurt zo vreselijk veel tegelijk. Alle spanningen komen in één scène tot ontlading. Het is een tableau, vol prachtige details. John Huston die zijn handen uitstrekt naar zijn jongste dochter, in een gebaar dat tegelijkertijd beschermend en hebberig is…
De film zit vol met nadrukkelijke en onnadrukkelijke symmetrieën. Er is de scène waarin Jack Nicholson voor het eerst zijn gezicht dicht bij dat van Faye Dunaway brengt. Hij zegt dan: er zit een vlekje in je oog. Een afleidingsmanoeuvre voor de eerste kus. Maar de plek van dat vlekje geeft precies aan hoe het noodlot zich zal voltrekken.
Of neem de scène waarin de rijke en corrupte John Huston privé-detective Jack Nicholson ontvangt op de lunch en daar vissen laat opdienen met de kop er nog aan. Nicholson deinst bijna achteruit, want die vissen lijken hem aan te staren. Weer dat motief van het oog… Tegelijkertijd is het een verwijzing naar het verdwenen water."

Heeft u als verteller iets geleerd van Chinatown?

"Ja. De geraffineerde opbouw, bijvoorbeeld. En ik heb geleerd dat een film met een plot die je pas na een paar keer kijken volledig kunt begrijpen, toch spannend kan zijn. Je voelt als kijker intuïtief wat er aan de hand is.
Maar het belangrijkste dat ik van goede films, en Chinatown in het bijzonder, heb geleerd, is montagetechniek. Bij de eerste keer kijken laat je zo'n film over je heen spoelen. Die montage dient ook om jou als kijker te verpletteren. De derde keer dat je zo'n film ziet: idem dito. Maar langzaam beginnen je meer details op te vallen, en krijg je beter door hoe de film in elkaar steekt. En die structuur is voor een belangrijk deel een kwestie van montage.
Ik ben een leek op filmgebied, maar ik weet hoe ik een roman kan monteren: door de handeling sneller te laten verlopen, of juist te vertragen… Door sommige dingen er uit te lichten, om ze in close-up bij de lezer te krijgen, en andere dingen juist in een weids panorama te plaatsen….Door contrasten te gebruiken, schokeffecten toe te passen…
Ik denk dat ik zonder de invloed van de cinema een trage verteller zou zijn geworden. Al zullen er vast critici zijn die roepen: maar hij is juist een trage verteller, kijk maar naar de dikke boeken die hij schrijft! Maar het gaat niet om het aantal pagina's van een roman, het gaat er om wat je binnen het verhaal doet."

Vertellen is ook techniek?

"Als ik uiteindelijk een boek in elkaar zet, gaat dat op een heel technische manier, ja. Ik heb bij wijze van spreken een masker voor om de vonken van mijn lasapparaat niet in mijn ogen te krijgen.
Als romanschrijver heb je wel een voordeel: je kunt meer van je personages laten zien dan de buitenkant. Ik spreek wel eens van 'opengewerkte personages'. Soms gaat er een luikje open en kan de lezer even de gedachtestroom van het personage volgen.
In een film kun je nooit lang overtuigend stream of consciousness toepassen. Je zou dan voortdurend een voice over moeten gebruiken. Dat is een zwaktebod. Een regisseur moet de onzichtbare binnenwereld van het personage dus spiegelen in de zichtbare buitenwereld. Zo'n geschonden neus van Jack Nicholson is een heel belangrijk detail in Chinatown."

Een andere favoriet van u is Mike Nichols' verfilming van het toneelstuk van Edward Albee: Who's Afraid of Virginia Woolf. Ook een film die nog steeds hard aankomt.

"Die dialogen zijn zo briljant, die verdienen het om nog even nageproefd te worden. In het theater ontgaan je heel wat van de stekeligheden tussen de echtelieden George en Martha. Maar in de film worden zulke momenten helderder gemaakt, beter uitgelicht. Pas nadat ik de film had gezien had ik al die dialogen paraat."

Paraat? U had hele stukken dialoog opgeslagen in uw geheugen?

"Ja, maar bij sommige literaire werken is dat ook niet moeilijk. Ik ga niet iets van buiten zitten leren. Daar heb ik sinds de middelbare school een geweldige hekel aan. Maar iets blijft hangen of het blijft niet hangen. En van een toneelstuk als Who's Afraid of Virginia Woolf blijven hele lappen hangen.
George en Martha zijn kinderloos, maar hebben ooit een zoon verzonnen, die net zestien geworden is als het stuk begint. De afspraak was dat ze nooit over het kind zouden praten tegenover derden. Als Martha tijdens een dronken nacht die regel schendt, besluit George het kind dood te verklaren. Hij voert een heel toneelstukje op. Met gespeelde omzichtigheid vertelt hij een telegram te hebben ontvangen, waarin staat dat hun zoon op weg naar huis verongelukt is, toen hij uitweek voor een egel. Terwijl Martha steeds meer over haar toeren raakt, dreunt George uit een liturgieboek het Requiem en het Kyrie Eleison op. Die scène is voor mij het hoogtepunt van de film."

U gebruikt in uw werkcolleges een boek van regisseur Paul Ruven en zijn partner Marian Batavier: Het Geheim van Hollywood. Is Ruven er in Los Angeles werkelijk in geslaagd een geheim te ontrafelen? Bestaat er een magische formule die opgaat voor elke succesvolle film?

"Soms vind ik de overeenkomsten die Ruven tussen verschillende succesfilms constateert wat vergezocht, maar vaak zijn ze frappant. De gemiddelde Hollywood-film is natuurlijk niet zo vreselijk complex. Dat is niet de schuld van Ruven. Hij probeert wel aan te tonen dat 'artistieke' films voor een deel ook aan de formule voldoen.
Het fascinerende is dat geen enkele regisseur of scenarioschrijver in Hollywood het toverrecept ooit volledig op papier heeft gezet. Omdat iedereen bang is voor de concurrent. Ruven heeft het bij elkaar gesprokkeld."

Dat maakt nieuwsgierig naar zijn volgende film.

"Hij heeft net een film in Zuid-Afrika gedraaid. Ruven heeft ook laten weten dat hij er wel voor zou voelen om Het Schervengericht aan te pakken."

Is Roman Polanski inmiddels op de hoogte van het bestaan van Het Schervengericht, een roman waarin de moord op Sharon Tate zo'n belangrijke rol speelt?

"Dat weet ik niet zeker. Vlak voor het verschijnen van het boek heb ik Polanski een brief geschreven. Dat leek me wel zo netjes. Ik kan begrijpen dat het pijnlijk is om steeds opnieuw geconfronteerd te worden met de gore feiten van de Manson Murders, waar hij natuurlijk nooit echt overheen is gegroeid. Helaas interpreteerde zijn Poolse secretaris die brief als een poging om mijn roman ter verfilming aan Polanski aan te bieden."

Stel dat Polanski Het Schervengericht ooit zou lezen: zou het u iets kunnen schelen wat hij er van vond?

"Ja, dat zou me wel degelijk iets kunnen schelen. Ik hoop in de eerste plaats dat hij er niet door gekwetst is. Ik hoop ook dat hij zal begrijpen waarom ik in het belangrijkste hoofdstuk van het boek het perspectief bij zijn ongeboren kind heb gelegd. Men spreekt altijd over de vijf slachtoffers die in het huis van Polanski werden gevonden, maar dat bijna voldragen kind was het zesde slachtoffer. Ik wilde het kind een stem geven.
Je kunt tegenwerpen dat je Polanski maar één groot plezier kunt doen en dat is deze moorden niet meer oprakelen. Maar ik moest er over schrijven."

De twee hoofdpersonages in Het Schervengericht zijn gebaseerd op Roman Polanski en Charles Manson. Manson lijkt me een lastig personage om in al zijn gekte geloofwaardig neer te zetten.

"Manson heeft vele gezichten. Letterlijk: hij kan veel smoelen trekken, uiteenlopend van lief en zacht tot – speciaal voor de fotografen – griezelig en duivels. Hij is ongrijpbaar. Het ene moment vertelt hij met schijnbaar medegevoel over de harde jeugd van zijn moeder, het andere moment is hij soort een fascistische Jezus Christus die de hele wereld vervloekt.
Maar toch valt het me makkelijker om over het monster Charles Manson te schrijven dan over de psychologie van Roman Polanski. Omdat ik Charles Manson beter vanuit zijn daden kan beschrijven. Roman Polanski moet ik vanuit zijn slachtofferschap beschrijven, en hij heeft wat dat betreft nooit het achterste van zijn tong laten zien. Ook in zijn autobiografie Roman heeft hij maar heel summier over die moordpartij geschreven.

Op dit moment wordt weer een boek van u verfilmd, hoorde ik.

"Ja, Het Leven uit een Dag. Daar verheug ik me op. De regisseur, Mark de Cloe, is een groot talent. Het boek is eigenlijk onverfilmbaar, maar hij heeft toch een methode gevonden - onder meer door met split-screen te werken. De opnamen zijn in maart 2008 begonnen."

De verfilming van Advocaat van de Hanen is destijds niet goed ontvangen.

"Ik was er ook niet gelukkig mee. Het is in mijn ogen een rijk boek, maar ze hebben alles teruggebracht tot een onnozel verhaaltje, dat verteld moest worden in krap anderhalf uur.
Voor mij is Advocaat van de Hanen het verhaal van iemand die zijn geluk niet op kan, waardoor er ongelukken gebeuren. Ongeluk door geluk. Dat zou een mooi thema zijn geweest, maar dat zit helemaal niet in de film. Er wordt gewoon een dronken advocaat getoond. Pierre Bokma kreeg af en toe zulke onnozele teksten in de mond gelegd, dat zelfs hij daar niets van kon maken. Een gemiste kans. Er zou een keer een remake gemaakt moeten worden (lacht)."

Zeven favoriete films van A.F.Th.

BABEL (2006)
"De durf en de ambitie van deze film spreken me aan. Sommige critici vonden dat de makers van deze film al te veel verhaallijnen aan elkaar hadden geknoopt. Dat verwijt heb ik ook wel eens gekregen."

CHINATOWN (1974)
"Ongeveer het enige waar Theo van Gogh en ik het eens over konden worden was dat we Chinatown de beste film ooit vonden. Al zag Theo van Gogh er misschien weer andere dingen in dan ik. Hij had het over de voelbare aanwezigheid van het kwaad, vooral in de scène waarin Nicholson een bejaardentehuis bezoekt. Van Gogh heeft ooit Polanski geïnterviewd. Een op die ontmoeting gebaseerde scène heeft de eindversie van Het Schervengericht uiteindelijk niet gehaald."

EDIPO RE (1967)
"Deze film van Pasolini bracht me – toen ik hem in de jaren negentig voor de tweede maal zag – op een idee. Waarom niet het Oedipus Rex-verhaal volledig in deze tijd situeren? Die gedachte vormde de kiem voor Homo Duplex. Overigens begrijp ik heel goed waarom Pasolini een andere keuze maakte. Voor hem symboliseerde de antieke oudheid de diepere lagen van onze gevoelens."

IN COLD BLOOD (1967)
"Truman Capote heeft zich in het boek niet steeds letterlijk aan de feiten gehouden, en toch is het verhaal zeer waarheidsgetrouw. Voor de film geldt hetzelfde."

MAGNOLIA (1999)
"Even ingenieus en meeslepend als Babel. De slotscène met de kikkers die uit de hemel regenen is bizar, maar past op een of andere manier perfect in de film."

UNDER THE VOLCANO (1984)
"De beste literatuurverfilming die ik ken. Albert Finney speelt een prachtige hoofdrol. Het verhaal is als een delirium, tot en met de allerlaatste zin: somebody threw a dead dog after him down the ravine."

WHO'S AFRAID OF VIRGINIA WOOLF (1966)
"Elke toneelversie valt tegen, omdat je je toch alleen Elizabeth Taylor en Richard Burton in die rollen kunt voorstellen. Deze film speelt een rol in De Vondeling, het nog te verschijnen vervolg op De Movo Tapes. Zora en Tonnis voeden ook stiekem een denkbeeldig kind op, nadat ze hun echte kind te vondeling hebben gelegd."

Een kortere versie van dit interview verscheen in de Delta van 20 maart 2008.

 

 

 

terug